Je kunt op basis van al aanwezige competenties of van eigen interesses je professionele ontwikkeling verdiepen of verbreden. Zo krijg je extra troeven in handen die je later in het werkveld kunt inzetten.
Concreet wil dit zeggen:
- op doelgerichte en effectieve wijze een eigen leerproces opzetten
- de eigen competentie verbreden of verdiepen
- reflecteren over de eigen leerervaringen, het onderzoek en de resultaten
- informatie verwerven en verwerken via verschillende bronnen
- rapporteren over het leerproces en/of de resultaten
- de resultaten presenteren op de P.OLO-beurs.
Verantwoordelijkheid, zin voor initiatief, creativiteit zijn belangrijke attitudes die er kunnen voor zorgen dat deze Profilering een wezenlijke meerwaarde kan betekenen in je proces van professionalisering.
In alle vormen van Profilering zullen de competenties van de leraar als onderzoeker (FG5/DLR5), als partner van externen (FG8/DLR8) en als lid van de onderwijsgemeenschap (FG9/DLR9) in sterke mate aan bod komen.
Sinds academiejaar 2015-2016 zijn dit de generieke doelen van Profilering A & B:
1. Een onderzoekende houding demonstreren in termen van 9 generieke kenmerken: nieuwsgierigheid, oordeel uitstellen, kritisch zijn, willen begrijpen, perspectiefwisseling, distantie van routines, gerichtheid op bronnen, nauwkeurigheid en willen delen.
2. De opdracht zelfsturend aanpakken.
3. Constructief overleggen en samenwerken met het werkveld, collega-studenten en/of opdrachtgevers.
4. Gestructureerd, doelgericht en planmatig rapporteren tijdens
- tussentijdse begeleidingsmomenten;
- het onderzoeken van een praktijkvraag en/of het onderwijskundig ontwerpen van didactisch materiaal of dienstverlening;
- de profileringsbeurs.
5. Zich profileren door accent te leggen op eigen talent(en).